Vitamine D

Aandacht voor vitamine D !

In ons Paramedisch Centrum behandelen wij o.a. mensen met klachten aan het bewegingsapparaat, die soms ook een tekort hebben aan vitamine D.
Klachten als spierpijn, spierzwakte, verhoogd valrisico en vermoeidheid kunnen veroorzaakt worden door vitamine D gebrek. Daarom zijn wij altijd alert op deze symptomen en adviseren wij indien nodig verder ( bloed-)onderzoek bij de huisarts.
Wij krijgen regelmatig vragen van patiënten over vitamine D en merken dat de kennis over het nut en de noodzaak van vitamine D bij veel mensen ontbreekt.
Omdat vanuit recent wetenschappelijk onderzoek steeds meer inzicht is ontstaan in de werking van vitamine D, leek het ons een goed idee om relevante informatie over dit onderwerp ook via onze site met u te delen. Dit wordt de eerste aflevering en er zullen meer volgen!

Wat is vitamine D?

Vitamine D is de enige vitamine die door ons lichaam zelf wordt aangemaakt.
Het wordt daarom in de wetenschappelijke literatuur ook wel een pro-hormoon genoemd. Onder invloed van zonlicht wordt ( een voorloper van) vitamine D ( nl.
cholecalciferol ofwel vitamine D3 ) in onze huid geproduceerd. Dat wordt in de lever omgezet in 25-hydroxyvitamine D ( calcidiol). Dit calcidiol fungeert als een interne voorraad van vitamine D. Het kan naar behoefte in de nieren en andere cellen en weefsels worden omgezet in het biologisch actieve hormoon 1,25-dihydroxyvitamine D ( calcitriol).
Zonlicht ( ultraviolette straling) dat op onze huid schijnt, bestaat uit UV-A en UV-B.
Als de zon voldoende kracht heeft ( als de UV index > 3 is ), kan de UV-B straling zijn nuttige werk doen. Op onze breedtegraad gebeurt dat alleen in de zomermaanden! Makkelijk om te onthouden: Alleen als uw schaduw korter is dan uw lichaamslengte, kan het zonlicht vitamine D in de huid aanmaken!
Iemand die in badkleding gedurende ± 20 min. de huid blootstelt aan de zon, zonder gebruik te maken van een zonnebrandcrème, maakt 10.000 tot 20.000 IE ( internationale eenheid) vitamine D aan.

Voeding en vitamine D

Het is een wijdverbreid misverstand dat goede voeding ook zorgt voor voldoende inname van vitamine D. Immers, ook de andere vitamines krijg je op die manier toch binnen? Echter in onze voeding zit weinig vitamine D; sommige voedingsmiddelen bevatten van nature een beetje vitamine D, zoals vette vis ( haring, zalm, makreel) en eidooiers. Aan margarine wordt het toegevoegd. In sommige landen wordt het ook aan melk toegevoegd ( de Verenigde Staten).
De gemiddelde dagelijkse vitamine D-inname via de voeding wordt geschat op 3-4 µg ( 120-160 IE).

Waarom hebben we (extra) vitamine D nodig?

Vitamine D is nodig om calcium uit onze voeding in het lichaam op te nemen. Dat is belangrijk voor stevige botten ( en tanden! ), maar ook voor een goede functie van de spieren! Daarnaast is uit recent wetenschappelijk onderzoek gebleken, dat vitamine D een rol speelt in de preventie van tal van aandoeningen (darm-, borst- en prostaatkanker, diabetes mellitis, auto-immuunziekten, hart- en vaatziekten en bacteriële en virale infecties). Vroeger werd levertraan gebruikt als bron van vitamine D, vooral bij kinderen in de groei. Als de ‘R’ in de maand zit is het verstandig voor iedere Nederlander om vitamine D te gebruiken voor het behoud van sterke botten en spieren en voor een goede gezondheid! De Gezondheidsraad adviseert daarnaast bepaalde risicogroepen ( kinderen, ouderen, niet-westerse allochtonen, mensen met een donkere huid) om extra vit.D te gebruiken.

Wat is een optimale vitamine D status?

Het gewenste vitamine D gehalte in het bloed is 75-80 nmol/l. (makkelijker te onthouden is: tachtig is prachtig!). Men is het er in Europa over eens dat de minimumwaarde 50 nmol/l is en de streefwaarde 75 nmol/l. De (serum)calcidiolspiegel is een goede maat voor de vitamine D status. Men meet hierbij dus de hoeveelheid 25-hydroxyvitamine D, ofwel calcidiol. Bij deze waarde zijn de diverse functies in het lichaam, die afhankelijk zijn van vitamine D, optimaal en is er dus geen sprake van verhoogd risico op de hierboven genoemde gezondheidsproblemen. Wanneer door een Nederlands laboratorium dmv. bloedonderzoek de vitamine D spiegel wordt bepaald, hanteren de meesten de minimumwaarde van 50 nmol/l. Alle waarden die daaronder liggen worden deficiënt genoemd. Als de waarde ligt onder de 30 nmol/l wordt gesproken van ernstige deficiëntie. Hierbij is het goed om op te merken, dat zonder gebruik van extra vitamine D (supplementen), de optimale waarde van rond de 75 nmol/l in Nederland alleen in de zomermaanden haalbaar is. In de wintermaanden is de vitamine D spiegel in het bloed zowiezo 20-40 nmol/l lager dan de zomerspiegel; het dieptepunt wordt in februari-maart bereikt. Zonder gebruik van extra vitamine D zullen veel mensen in deze tijd van het jaar dus deficiënt zijn!

Wanneer spreken we van een vitamine D tekort?

Zowel internationaal als nationaal wordt kritisch gekeken naar de optimale vitamine D – status. De Gezondheidsraad adviseerde in 2008 een ondergrens van 30 nmol/l, vooral gebaseerd op het voorkomen van botpathologie: onder deze grens ontstaat rachitis bij kinderen ( Engelse ziekte) en osteomalacie bij volwassenen. Voor risicogroepen zoals vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar wordt een ondergrens van 50 nmol/l gehanteerd. Een vitamine D spiegel van meer dan 50 nmol/l blijkt ook nodig ter voorkoming van spierzwakte.

Risicogroepen voor een vitamine D tekort:

In november 2011 publiceerde de Adviesraad Diversiteit en Integratie van de Gemeente Amsterdam een advies, met als titel: ” Vitamine D voor een vitale stad “, subtitel: ‘samenstelling Amsterdamse bevolking dwingt tot extra aandacht voor vitamine D’. De adviesaanvraag van het College van B&W van Amsterdam aan de adviesraad luidde: ‘Extra vitamine D is vooral voor donkere en gesluierde mensen van belang. Een gebrek hieraan maakt mensen extra vatbaar voor (ernstige) aandoeningen. De gemeente en de gezondheidszorg kunnen dat risico verminderen door goede voorlichting te geven. De vraag is welke voorlichting de juiste doelgroep effectief bereikt.’